bron: het Nieuwsblad, 05/02/2020 door Kristof Simoens/foto EVB
”Wie een naaste verliest, moet de tijd krijgen om dat verdriet te verwerken. Onze huidige wetgeving is totaal niet toereikend”, zegt Catherine Fonck (CDH). Het parlementslid maakt van een veelbesproken debat in het Franse parlement gebruik om het onderwerp ook bij ons op de politieke agenda te zetten. Zij vindt alvast een medestander in Nahima Lanjri (CD&V), die half oktober een wetsvoorstel indiende om het rouwverlof uit te breiden tot tien dagen: “Want drie dagen rouwverlof, da’s écht wel te weinig. Al zeker bij een kind!”
Voor wie het heeft gemist: vorige week moest de Franse Assemblée stemmen over een wet die het rouwverlof bij overlijden van een kind optrok van 5 dagen – dat zijn er al twee meer dan bij ons – naar 12 dagen. Een formaliteit. De wet werd echter weggestemd. Tot ieders grote verbazing. Niet in het minst van president Macron zelf. Die floot zijn eigen meerderheid openlijk terug en riep zijn regering op “zich menselijker” op te stellen rond “een zo delicaat dossier als de dood van een kind”.
Amper genoeg om begrafenis te regelen
Als het regent in Parijs, dan druppelt het in Brussel: Catherine Fonck, federaal parlementslid van CDH, grijpt het debacle van Parijs aan om het onderwerp ook in ons land op de agenda te zetten. “Nu heeft een werknemer recht op maximaal drie dagen”, zegt de politica. “Maar dat is amper genoeg om de begrafenis en de administratie te regelen. Het is belangrijk dat elke werknemer de tijd kan nemen om te rouwen en zijn verdriet een plaats te geven.” Fonck stelt voor om in ons land een echt rouwverlof in te voeren van 10 dagen: de eerste drie blijven ten laste van de werkgever (zoals het ‘klein verlet’ nu), de zeven volgende komen voor rekening van de ziekteverzekering.
Nahima Lanjri (CD&V) diende half oktober al een soortgelijk wetsvoorstel in om het “rouwverlof uit te breiden tot 10 dagen bij het overlijden van een partner of inwonend kind, waarvan vijf dagen vrij te kiezen binnen het jaar na het overlijden”. Zij wil het rouwverlof meteen ook openstellen bij het overlijden van een stiefbroer, -zus of -grootouder “om zo meteen ook een antwoord te bieden aan de noden van nieuw samengestelde gezinnen”.
Extra ziekteverlof
“Want drie dagen is écht te weinig”, zegt Nahima Lanjri, gesterkt door een eerdere bevraging van 408 nabestaanden. “Liefst 80 procent gaf aan dat drie dagen rouwverlof op emotioneel vlak onvoldoende waren. Een vijfde van de deelnemers nam extra dagen ziekteverlof, gemiddeld 35. Bij het overlijden van een kind was dat zelfs 46 dagen.”
Volgens Lanjri kunnen eigenlijk alle partijen zich achter een ‘verlengd rouwverlof’ scharen. “Ik heb eerder al soortgelijke voorstellen ingediend, er is in de Commissie en in de Kamer al meermaals over gesproken, maar er was altijd wel iets waardoor het niet tot een stemming kwam. Het is in elk geval de bedoeling om er werk te maken. Ik zou het graag op de prioriteitenlijst zien van de Commissie Sociale Zaken, of we nu een regering van lopende zaken hebben of niet.”
Rouwverlof = ‘klein verlet’
Bij het overlijden van een kind heeft de werknemer recht op drie dagen ‘klein verlet’ zonder loonverlies.
Bij het overlijden van een naast familielid heeft een werknemer recht op zogeheten ‘klein verlet’ zonder loonverlies. Het aantal dagen varieert naargelang de relatie met de overledene, maar is sowieso begrensd op drie dagen.
Is de overledene je partner, je kind (of dat van je partner), je (schoon)vader of (schoon)moeder, dan heb je recht op drie dagen. Die kan je vrij opnemen vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis. Heb je behoefte aan meer, dan moet je je gewone vakantiedagen aanspreken.
Gaat het om je (schoon)broer, (schoon)zus, (over)grootvader, (over)grootmoeder, schoonzoon, schoondochter of (achter)kleinkind, dan heb je recht op twee dagen als de overledene onder jouw dak woonde; in het andere geval krijg je enkel de dag van de begrafenis.