Ludo Martens

65 Jaar

Geboren

Overleden 05/06/2011

Ludo Martens

    Rouwberichten

    (2)
    • Ludo Martens, oprichter van de PVDA en voormalig voorzitter van de linkse partij, is zondag na een lange en slepende ziekte op 65-jarige leeftijd overleden. Dat heeft de partij meegedeeld.

      De 65-jarige Martens was samen met Paul Goossens en Walter De Bock een van de boegbeelden van het studentenprotest van mei '68. Nadat hij van de KU Leuven werd verbannen, kwam hij via Duitse studenten in contact met de geschriften van Marx en Lenin.

      Vanuit die ideeën groeide begin jaren zeventig Amada (Alle Macht aan de Arbeiders), dat in 1979 omgedoopt werd tot de uiterst-linkse Partij Van De Arbeid (PVDA).

      Martens leidde de partij actief tot 1999. Sindsdien ging zijn interesse vooral naar de ontwikkelingen in Congo. Daarover schreef hij verschillende boeken en artikels. Martens, die opgroeide in het West-Vlaamse Wingene, laat twee kinderen na, Amada en Jokoba.

       

      Teken het rouwregister van Ludo Martens.

    Rouwregister

    1. Traurich plaatste een bloem
    2. Frank Ryon plaatste een bloem

      Oprechte deelneming voor één der laatste echte idealisten.

    3. Martens Miciel

      Ben de zus van Ludo. Ik was zijn lievelingszus!!!! Vind het erg pijnlijk dat er op FB berichten komen alsof Ludo dat plaatst!!! Vind dat echt niet kunnen!!!!

    4. Renaat Mattheus

      Mijn deelneming. Al ben ik ideologisch andersdenkend toch heb ik bewondering gehad voor deze man met principes, alsook voor zijn partij. Er zijn te weinig idealisten in deze wereld. Houzee !

    5. Renild De Bruyne plaatste een bloem
    6. Celine plaatste een bloem
    7. Johnny Coopmans

      Ludo de voortrekker
      Vele mensen hebben nu al gereageerd op het overlijden van Ludo Martens. Wat ik nu toevoeg is eerder emotioneel en anekdotisch. Ook dat moet kunnen. Hij was een beetje als Isaac Newton, hij verhief zich op de schouders van anderen, mannen en vrouwen actief in de sociale strijd in zijn geval, om dieper en verder in en naar de zee te kijken.
      Ik leerde hem kennen in de maartbeweging van 1969 aan de Rijksuniversiteit van Gent waar ik psychologie studeerde. Op een volksvergadering met meer dan 600 man in de aula van de Blandijnberg zag ik hem de CN-granaat uit zijn zak toveren. Die had de rijkswacht de dag voordien in Brussel op een betoging afgevuurd. Maar ik stond ook piket met hem aan de textieltentoonstelling in Gent uit protest tegen de antisociale textielbarons.
      Hij maakte me in die periode lid van AMADA.
      Op het eerste zicht was hij een beetje afstandelijk, gelijk iemand die nooit een goeiedag zegt. Maar van zodra je een gesprek aanknoopte, kwam je in de ban van zijn spichtige ogen, zijn ontwapenende ironie en humor, zijn inzicht in het wereldgebeuren.
      Toen ik nog in Seraing woonde, kwam hij eens bij ons thuis overnachten en ‘s morgens vroeg, nog voor hij zijn eerste tas koffie dronk, stond hij al te kijken naar de twee boekenrekken in mijn salon. Hij moet gedacht hebben: “Zeg mij wat gij leest, en ik vertel u wie gij zijt.”
      Maar voor hem gold dat niet. In zijn appartement in de Lemonnierlaan stond een tafel met een pot koffie en een potje confituur en een paar stoelen. Voor de rest zag je er alleen maar boeken, boeken en nog eens boeken. Niet dat hij een echte boekenwurm was. Daarvoor schuilde er een te grote mensenkenner in hem. Was hij te veel een man van de daad.
      Hij kon zich met het volk vereenzelvigen, daar zijn vele bewijzen voor. Voorname arbeidersleiders zoals Jan Cap, Roger Saes of Door De Groof droegen hem op handen. Hetzelfde voor belangrijke democraten als Collette Braeckman, Graindorge of Jacques Delcuvelerie. Hij kon in iemand anders huid kruipen. Hugo Claus las zijn Abo, een vrouw in congo en merkte op dat hij geen boek kende waarin de auteur, een man, zich zo identificeerde met een vrouw. Abo was een eenvoudig ongeletterde Congolese die eigenlijk door haar verliefdheid op Mulele in de maalstroom van de revolutie werd getrokken. Het lichaam van haar Mulele werd later in stukjes gekapt op uitdrukkelijk bevel van CIA-agent en vriend van de Belgische burgerij Mobutu. Ludo legde mij hoe hij een interview zag: als een proces dat zowel interviewer en geïnterviewde doet veranderen van opvatting en laat evolueren naar de kern van de waarheid.
      De overeenkomst van woorden en daden: daar hecht hij een uiterst groot belang aan.
      Nu de anekdote. Het is uw dienaar waarover Ludo het heeft wanneer hij ergens schrijft over die Albaniëreis waarop de douane aan de grens een boek van Trotski in beslag neemt. Dat boek kwam uit mijn bagage. Ik had natuurlijk beter geïnspireerd kunnen zijn en andere lectuur mee kunnen nemen om eventuele verveling – die er uiteindelijk niet was wegens te veel te doen – tegen te gaan. En het boek is me natuurlijk wel terug bezorgd bij vertrek. Maar ik herinner me vooral de reactie van Ludo. Hij zei begrip te hebben voor het optreden van de douane. Maar, voegde hij eraan toe, de Albanese arbeiders zouden er nog meer baat bij hebben Trotski te lezen en leren weerleggen.
      Voor het schrijven van zijn Trotski nam Ludo het hele, ik herhaal: het hele, oeuvre van die man door. Er zijn nog een paar duizend gillende aanhangers van Trotski in de wereld. Daarvan zijn er nog geen tien die een artikel van de door hen zo gedoodverfde Stalin hebben gelezen. Als je je tegenstrevers niet bestudeerd hoe kan je dan je eigen wetenschap beheersen? Dat hebben we van Ludo geleerd.
      Ik ben hem nog gaan bezoeken een paar dagen voor zijn definitieve vertrek. Het is goed dat hij er niet meer is, het was niet aan te zien. Zoals Bob Roeck me zei: hij heeft de stekker eruit getrokken. Ja zegt Hamlet van Shakespeare: “What a piece of work is a man! How noble in reason! How infinite in faculties! In form and moving how express and admirable! In action how like an angel! In apprehension how like a god! The beauty of the world, the paragon of animals!”
      Maar nu is hij nog “quintessence of dust”.
      Achteraf bekeken was hij zeer vooruitziend. Begin jaren negentig stelde hij voor het voorzitterschap van onze partij door te geven. Ik en vele anderen hebben hem daarin gesteund. Ik heb dat eens willen zeggen tijdens een interventie op een congres, maar in het heetst van de strijd kwam het er niet uit. Maar er is een zin van de Internationale die hier van toepassing is: “Il n'y a pas de sauveur suprème.” Ook niet voor onze partij. Een nieuwe generatie heeft dankzij zijn klaarziendheid het heft overgenomen en met succes. Van de zeer veel geschriften die hij nalaat kan haast niets naar de prullenmand.
      Natuurlijk is er zeker wel een of andere voorspelling of standpunt dat ernaast zat, dat is wel elke marxist overkomen. Dat is nu juist de dialectiek waarin hij meester was. Maar één voorspelling blijft rotsvast overeind: dit barbaarse, criminele, onmenselijke wereldsysteem van multinationals met hun hypermoderne huursoldaten moet weg. De wereld smacht naar socialisme. Dat komt er nog van in deze eeuw nog. Pin ons daarop maar vast. De tijd staat aan onze kant… op voorwaarde dat we er op tijd aan beginnen.
      Onze Hollandse jonge vrienden hebben gelijk: la ludo continue.
      Johnny Coopmans,
      20 juni 2011

    8. Ludo Fonteyne

      Het moet in 1965 geweest zijn, ik zat in mijn derde jaar geneeskunde, toen er een wat zonderlinge figuur rondliep in Leuven, gekleed in een fel wit pak. Ludo Martens. Hij zat in het eerste jaar geneeskunde. Ik in het derde jaar.
      Het ging over de lippen in de brave studentenstede Leuven. En niet ten onrechte.
      Het duurde geen 2, 3 jaar, of hij werd wegens zijn revolutionaire ideeën, door de universitaire overheid buiten gezet. Te intelligent, te gevaarlijk voor die unif.
      Nadien bleef hij door zijn sterke innemende, charismatische persoonlijkheid zijn stempel drukken op velen en ook op mij.
      Hij kon zo begeesterend, klaar en duidelijk iets uiteen zetten. Hij had een sterke aantrekkingskracht. Hij gaf een wending aan mijn leven. Keuze maken: doe ik geneeskunde voor het volk of … voor mezelf (en de centen)!
      To be or not to be. Wel, hij was het. Soms stroef, of hard, maar ‘echt’ en met een speciale charme, lach en gelaatsuitdrukking.
      Ik bewaar nog een fijne herinnering aan onze laatste ontmoeting op Manifiesta

    9. Miciel Martens

      Allerliefste broer...Kijken naar jouw foto doet me pijn...Je kwam op voor onrecht in de wereld. We hadden altijd een speciale band..Die band zal ik blijven voelen...Je vroeg niets voor jezelf. Moge jouw levenswijze een bron tot nadenken zijn voor allen...Voor mij ben je onsterfelijk!!!We hebben gepraat over leven na de dood. Je zegde me: er is niets meer na dit leven....Ik draag je mee in mijn hart. Liefs, je zus Miciel

    10. Dirk Mattheus

      innige deelneming en veel sterkte voor de naasten en familie van kameraad Ludo Martens,een strijder in hart en ziel voor een betere samenleving met meer gelijkheid voor iedereen